Gepubliceerd op 01-11-2017

stuntel

betekenis & definitie

stuntel - Zelfstandignaamwoord
1. een onhandig persoon.

stuntel - Werkwoord
1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van stuntelen
♢ Ik stuntel
2. gebiedende wijs van stuntelen
stuntel!
3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van stuntelen
stuntel je?

Synoniemen
klungelaar, kluns