Gepubliceerd op 04-12-2017

onhandig

betekenis & definitie

onhandig - Bijvoeglijk naamwoord
1. niet goed met de handen om kunnen gaan
De onhandige man had al drie spijkers krom geslagen.
2. niet gemakkelijk om mee om te gaan
Wat een onhandig trucje is dat, zeg!

Woordherkomst
Afgeleid van handig met het voorvoegsel on-.

Antoniemen
handig