stemloos - Bijvoeglijk naamwoord
1. zonder stem
♢ De stemloze zangeres moest haar optreden afzeggen.
2. zonder dat de stembanden meetrillen
♢ De f,h,k,p,s en ch zijn stemloze medeklinkers.
Woordherkomst
afgeleid van stem met het achtervoegsel -loos
Synoniemen
[1]hees, afonisch
Gepubliceerd op 02-11-2017
stemloos
betekenis & definitie