STEMLOOS
bn., 1. zonder stem: door grote heesheid was hij bijna stemloos; 2. (taalk.) gevormd zonder trilling van de stembanden: stemloze medeklinkers zijn p, t, k, s, f, ch.
Van Dale Uitgevers (1950)
bn., 1. zonder stem: door grote heesheid was hij bijna stemloos; 2. (taalk.) gevormd zonder trilling van de stembanden: stemloze medeklinkers zijn p, t, k, s, f, ch.
Wiktionary (2019)
stemloos - Bijvoeglijk naamwoord 1. zonder stem ♢ De stemloze zangeres moest haar optreden afzeggen. 2. zonder dat de stembanden meetrillen ♢ De f,h,k,p,s en ch zijn stemloze medeklinkers. Woordherkomst afgeleid van stem met het achtervoeg...
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
L.J.M. Bogaert (2007)
(bn.), geen stemklank hebbend, gevormd zonder stemplooitrilling; b.v. de consonanten [f], [s] en jp],
J. van Delden (1982)
Zwijgend, onderworpen. Gelijk een schaap werd Hij ter slachting geleid; en gelijk een lam stemmeloos is tegenover de scheerder, zo doet Hij zijn mond niet open (Hand. 8:32). De CV en de WV gebruiken het woord ‘stom’.
Jozef Verschueren (1930)
('stem) bn. (...loze) en bw. 1. zonder stem om te spreken. 2. zonder stem om te kiezen, niet stemgerechtigd. 3. Taalk. waarbij de uitgeademde lucht door de open stembanden gaat, zonder ze te doen trillen : f en s zijn stemloze medeklinkers. Tgst. stemhebbend.
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
bn., 1. zonder stem: door grote heesheid was hij bijna —; 2. (taalkunde) gevormd zonder trilling van de stembanden: stemloze medeklinkers zijn p, t, k, s, f.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: