spurten - Werkwoord
1. (intr) korte tijd extra vaart maken
2. (intr) (sport) in een race korte tijd het tempo sterk verhogen om andere deelnemers af te schudden
spurten - Zelfstandignaamwoord
1. meervoud van het zelfstandig naamwoord spurt
Woordherkomst
[werkwoord] leenvertaling van het Engelse woord spurt, op te vatten als spurt met het achtervoegsel -en
[zelfstandig naamwoord] spurt met uitgang -en
Synoniemen
sprinten
spurts
Gepubliceerd op 02-11-2017
spurten
betekenis & definitie