extra - Zelfstandignaamwoord
1. hetgeen men erbij krijgt
♢ Het bedrijf had extra veel winst gemaakt zodat er voor het personeel ook wel een extraatje afkon in de vorm van een ruime winstuitkering.
extra - Bijvoeglijk naamwoord
1. bijkomend.
♢ U krijgt er nu een extra lampje bij.
2. (Limburg en Gelderland) opzettelijk.
♢ Hij deed het extra.
Gepubliceerd op 14-11-2017
extra
betekenis & definitie