lummel - Zelfstandignaamwoord
1. (scheldwoord) (pejoratief) kluns
2. (scheepvaart) draaibare verbinding van de giek of laadboom aan de mast
3. (kunst) gereedschap van beeldhouwers bij het gieten van brons
♢ Op zijn bagagedrager was een tas gebonden, waarin zich een kleine grafietpot bevond, goed voor het smelten van brons, een tang om de kroes vast te pakken en een ‘lummel’, die gebruikt wordt bij het uitgieten van brons. Waarom een scheldwoord nodig is als betiteling van een uiterst dienstig instrument is mij niet bekend.
lummel - Werkwoord
1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van lummelen
♢ Ik lummel
2. gebiedende wijs van lummelen
♢ lummel!
3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van lummelen
♢ lummel je?
Woordherkomst
mogelijk van het Nedersaksische woord lummel of Duits Lümmel "lomperik"
Gepubliceerd op 04-12-2017
lummel
betekenis & definitie