Gepubliceerd op 04-12-2017

kart

betekenis & definitie

kart - Zelfstandignaamwoord
1. (sport) klein vierwielig eenzitsvoertuig zonder carrosserie gemaakt voor gebruik op een racebaan

kart - Werkwoord
1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van karren
♢ Jij kart
2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van karren
♢ Hij kart
3. verouderde gebiedende wijs meervoud van karren
kart!

Woordherkomst
van het Engels

Synoniemen
skelter