Wat is de betekenis van kart?

2025-07-25
Op-en-top Nederlands

Frens Bakker, Els Ruijsendaal, Paul Uljé, Dick van Zijderveld (2022)

kart

(zelfstandig naamwoord) [alg.] renkar, motorkist, formule-nulwagen - Voor een bolide is Bart nog te jong, maar in een renkar kan hij alvast de smaak te pakken krijgen.

2025-07-25
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

kart

kart - Zelfstandignaamwoord 1. (sport) klein vierwielig eenzitsvoertuig zonder carrosserie gemaakt voor gebruik op een racebaan kart - Werkwoord 1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van karren ♢ Jij kart 2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van karren ...

2025-07-25
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)

2025-07-25
Woordenboek Turks-Nederlands

MEHMET KIRIŞ (2024)

2025-07-25
Prisma Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)

2025-07-25
Woordenboek Marokkaans Arabisch - Nederlands

Jan Hoogland, Roel Otten | AUP Amsterdam Univerisity Press