Gepubliceerd op 04-12-2017

herfst

betekenis & definitie

herfst - Zelfstandignaamwoord
1. jaargetijde tussen zomer en winter
In de herfst worden de dagen steeds korter.

Woordherkomst
Het eerste deel is te herleiden tot de Proto-Indo-Europese wortel kerp- met het achtervoegsel -st. Het woord betekende oorspronkelijk "oogsttijd".

Synoniemen
eindfase, najaar

Antoniemen
lente

Verwante begrippen
lente, winter, zomer, jaardeel, jaargetijde, jeugd, overvloed, seizoen