hellen - Werkwoord
1. (inerg) schuin staan
♢ Deze boom helt vervaarlijk naar de kant van de sloot.
2. (ov) schuin doen staan
♢ Door te 'leunen' kun je een kano hellen, dat wil zeggen een kant van de kano dieper in het water leggen.
hellen - Zelfstandignaamwoord
1. meervoud van het zelfstandig naamwoord hel
Woordherkomst
>Middelnederlands: hellen door verlies van -d- uit helden. Vgl. Angelsaksisch" heldan,hyldan. Afgeleid van Germaans bijvoeglijk naamwoord *halþo-, vgl. Gotisch halþs. Uit proto-Indo-Europees *kalto-
Gepubliceerd op 04-12-2017
hellen
betekenis & definitie