Gepubliceerd op 04-12-2017

handenloos

betekenis & definitie

handenloos - Bijvoeglijk naamwoord
1. verouderde spelling of vorm van handeloos van vóór 2006
Niet strak staan naar dromen vol mondloze, handenloos wegglippende wezens.

Woordherkomst
afleiding van handen met het achtervoegsel -loos