Gepubliceerd op 04-12-2017

haken

betekenis & definitie

haken - Werkwoord
1. (intr) met een haak vastzitten
2. (intr) vast blijven hangen onder vorming van een haak (lus)
mijn jas bleef aan de deur haken
3. (ov) (met een haaknaald) een weefsel maken door het aanbrengen van lussen
Oma was een expert in haken, breien en borduren
4. (ov) bevestigen d.m.v. een haak

haken - Zelfstandignaamwoord
1. meervoud van het zelfstandig naamwoord haak

Woordherkomst
afgeleid van haak met het achtervoegsel -en