vorming - Zelfstandignaamwoord
1. het ontstaan, het ontwikkelen, het maken.
2. (onderwijs) het onderwijs, het aanleren
♢ Het is zeer verkeerd om menschen die zonder geneeskundige vorming, alleen in het bezit zijn van eenige heelkundige kennis, tot de studie of tot het examen in de verloskunde toe te laten.
Woordherkomst
Naamwoord van handeling van vormen met het achtervoegsel -ing
Verwante begrippen
bouw, configuratie, formatie
Gepubliceerd op 31-10-2017
vorming
betekenis & definitie