flexibel - Bijvoeglijk naamwoord
1. het vermogen hebbend gebogen te worden
♢ Dit stuk rubber maakt een flexibele verbinding mogelijk tussen beide delen van het toestel.
2. overdrachtelijk: bereid zich aan te passen
♢ Het was aan haar flexibele opstelling te danken dat de onderhandelingen niet afbraken.
Synoniemen
buigzaam
Antoniemen
stijf, onbuigzaam
Gepubliceerd op 14-11-2017
flexibel
betekenis & definitie