Definities van Nederlandstalige WikiWoordenboek in de Ensie I
- ingeklommen
- ingeklonken
- ingekocheld
- ingekocht
- ingekomen
- ingekookt
- ingekopt
- ingekort
- ingekrompen
- ingekropen
- ingekwartierd
- ingeladen
- ingelast
- ingelaten
- ingele
- ingeleefd
- ingelegd
- ingeleid
- ingeleverd
- ingelezen
- ingelijfd
- ingelijst
- ingelogd
- ingeloot
- ingelopen
- ingelost
- ingelovig
- ingelovige
- ingeluid
- ingeluisd
- ingelukkig
- ingelukkige
- ingelukkigs
- ingemaakt
- ingemeen
- ingemeene
- ingemeens
- ingemene
- ingemengd
- ingenieur
- ingenieurs
- ingenieursbureau
- ingenieursbureaus
- ingenieursbureautje
- ingenieursbureautjes
- ingenieurtje
- ingenieurtjes
- ingenieus
- ingenieust
- ingenieuste
- ingenieuzer
- ingenieuzere
- ingenieuzers
- ingenomen
- ingeolied
- ingepakt
- ingepalmd
- ingepast
- ingepekeld
- ingepeperd
- ingeperkt
- ingepikt
- ingeplakt
- ingeplant
- ingeplugd
- ingepolderd
- ingepompt
- ingepraat
- ingeprent
- Inger
- ingereden
- ingeregen
- ingeregend
- ingereisd
- ingerekend
- ingericht
- ingerichte
- ingerichter
- ingerichtere
- ingerichters
- ingerichts
- ingerichtst
- ingerichtste
- ingeroepen
- ingeroosterd
- Ingers
- ingeruild
- ingeruimd
- ingerukt
- Inges
- ingeschakeld
- ingeschat
- ingescheept
- ingescheurd
- ingeschikt
- ingeschonken
- ingeschoten
- ingeschoven
- ingeschreven
- ingeslagen
