ingericht - Werkwoord
1. voltooid deelwoord van inrichten
ingericht - Bijvoeglijk naamwoord
1. voorzien van meubelen en andere zaken die noodzakelijk zijn om in een ruimte te kunnen wonen
♢ Wij huurden een volledig ingerichte tent, omdat we in onze kleine auto onmogelijk zelf alle kampeerspullen konden meenemen
♢ De leden van het corps diplomatique huren vaak een ingericht appartement omdat ze meestal maar tijdelijk op ergens wonen en werken.
Gepubliceerd op 04-12-2017
ingericht
betekenis & definitie