Definities van Nederlandstalige WikiWoordenboek in de Ensie E
- ecarteurtje
- ecce-homo
- ecce-homo's
- ecce-homootje
- ecce-homootjes
- ecchymose
- ecchymosen
- ecchymoses
- ecclesiastisch
- ecclesiastische
- ecclesiastischer
- ecclesiastischere
- ecclesiastischers
- ecclesiologen
- ecclesiologie
- ecclesioloog
- ecclesioloogje
- ecclesioloogjes
- echad
- échéance
- echec
- echecs
- echelon
- echelons
- Echinacea purpurea
- echo
- echo's
- echode
- echoden
- echoën
- echoënd
- echofoon
- echofoons
- echofoontjes
- echograaf
- echograafje
- echograafjes
- echografen
- echografie
- echografieën
- echografisch
- echografische
- echografischer
- echografischere
- echografischers
- echolalie
- echolocatie
- echolocaties
- echoloden
- echolood
- echoloodje
- echoloodjes
- echoot
- echootje
- echootjes
- echoscoop
- echoscoopje
- echoscoopjes
- echoscopen
- echoscopie
- echoscopieën
- echt
- echtbreken
- echtbrekend
- echtbreuk
- echtbreuken
- echte
- echtelijk
- echtelijker
- echtelijkere
- echtelijkers
- echtelijks
- echtelijkst
- echtelijkste
- echteloos
- echteloost
- echtelooste
- echteloze
- echtelozer
- echtelozere
- echtelozers
- echten
- echtend
- echter
- echtere
- echters
- echtgenoot
- echtgenootje
- echtgenootjes
- echtgenote
- echtgenoten
- echtgenotes
- echtheden
- echtheid
- echtpaar
- echtpaartje
- echtpaartjes
- echtparen
- echts
- echtscheiding
