Definities van Nederlandstalige WikiWoordenboek in de Ensie O
- omnivoren
- Omotische talen
- ompaal
- ompaald
- ompaalde
- ompaalden
- ompaalt
- ompalen
- ompalend
- omplant
- omplante
- omplanten
- omplantend
- omplantten
- omploeg
- omploegde
- omploegden
- omploegen
- omploegend
- omploegt
- ompraat
- ompraatte
- ompraatten
- omprangd
- omprangde
- omprangden
- omprangen
- omprangend
- omprangt
- ompraten
- ompratend
- omraster
- omrasterd
- omrasterde
- omrasterden
- omrasteren
- omrasterend
- omrastert
- omreden
- omreed
- omreken
- omrekende
- omrekenden
- omrekenen
- omrekenend
- omrekeningsgetal
- omrekeningsgetallen
- omrekeningsgetalletje
- omrekeningsgetalletjes
- omrekent
- omriep
- omriepen
- omrij
- omrijd
- omrijden
- omrijdend
- omrijdt
- omring
- omringd
- omringde
- omringden
- omringen
- omringend
- omringende
- omringends
- omringt
- omroep
- omroepbaas
- omroepbaasjes
- omroepbazen
- omroepbeleid
- omroepbeleidje
- omroepbeleidjes
- omroepbericht
- omroepbestel
- omroepbestellen
- omroepbestelletje
- omroepbestelletjes
- omroepen
- omroepend
- omroeper
- omroepers
- omroepertje
- omroepertjes
- omroepinstallatie
- omroepinstallaties
- omroepinstallatietje
- omroepinstallatietjes
- omroepje
- omroepjes
- omroeporganisatie
- omroeporganisaties
- omroeporganisatietje
- omroepraad
- omroepraadje
- omroepraadjes
- omroepraden
- omroepster
- omroepsters
- omroepstertje