omprangt

betekenis & definitie

omprangt - Werkwoord
1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van omprangen
♢ Jij omprangt
2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van omprangen
♢ Hij omprangt
3. verouderde gebiedende wijs meervoud van omprangen
♢ omprangt!