Gepubliceerd op 04-12-2017

omplanten

betekenis & definitie

ómplanten - Werkwoord
1. (ov) (twee planten) van plaats verwisselen.
Die begonia's zouden beter gedijen waar nu die tulpen staan; je zou ze beter omplanten.
2. (ov) (een plant) op een andere plaats zetten.
Volgens mij staat die struik daar veel te vochtig en moet je ze omplanten naar een drogere plek.

omplánten - Werkwoord
1. (ov) (een ruimte) omringen met planten.
Anke liet haar tuinpaadje omplanten met rozen.

Woordherkomst
samenstelling van om(bijwoord) en planten(werkwoord); deze samenstelling is een leenvertaling van het Duitse werkwoord umpflanzen.

Synoniemen
[2] overplanten, verplanten