Definities van Nederlandstalige WikiWoordenboek in de Ensie N
- neerkrabbel
- neerkrabbelde
- neerkrabbelen
- neerkrabbelend
- neerkrabbelt
- neerkwam
- neerkwamen
- neerlaad
- neerlaadde
- neerlaadden
- neerlaadt
- neerlaat
- neerladen
- neerladend
- neerlag
- neerlagen
- neerlandici
- neerlandicus
- neerlandicusje
- neerlandicusjes
- neerlandistiek
- neerlaten
- neerlatend
- neerleg
- neerlegde
- neerlegden
- neerleggen
- neerleggend
- neerliet
- neerlieten
- neerlig
- neerliggen
- neerliggend
- neerligt
- Neerpelt
- Neerpeltenaar
- Neerpeltenaren
- Neerpelts
- Neerpeltse
- Neerpeltsen
- neerpen
- neerpende
- neerpenden
- neerpennen
- neerpennend
- neerpent
- neerplof
- neerploffen
- neerploffend
- neerploft
- neerplofte
- neerploften
- neersabelen
- neersabelend
- neerschiet
- neerschieten
- neerschietend
- neerschoot
- neerschoten
- neerschreef
- neerschreven
- neerschrijf
- neerschrijft
- neerschrijven
- neerschrijvend
- neersijpel
- neersijpelde
- neersijpelden
- neersijpelen
- neersijpelend
- neersijpelt
- neersla
- neerslaan
- neerslaand
- neerslaat
- neerslachtig
- neerslachtige
- neerslachtiger
- neerslachtigere
- neerslachtigers
- neerslachtigs
- neerslachtigst
- neerslachtigste
- neerslag
- neerslagen
- neerslagmeter
- neerslagmeters
- neerslagmetertje
- neerslagmetertjes
- neersloeg
- neersloegen
- neersmeet
- neersmeten
- neersmijt
- neersmijten
- neersmijtend
- neerstak
- neerstaken
- neersteek
- neersteekt