Definities van Nederlandstalige WikiWoordenboek in de Ensie N
- neersteken
- neerstekend
- neerstorten
- neerstortend
- neerstortte
- neerstortten
- neerstreek
- neerstreken
- neerstrijk
- neerstrijken
- neerstrijkend
- neerstrijkt
- neerstromen
- neerstromend
- neerstroom
- neerstroomde
- neerstroomden
- neerstroomt
- neertel
- neertelde
- neertelden
- neertellen
- neertellend
- neertelt
- neertje
- neertjes
- neertrek
- neertrekken
- neertrekkend
- neertrekt
- neertrok
- neertrokken
- neerval
- neervallen
- neervallend
- neerviel
- neervielen
- neervlij
- neervlijde
- neervlijden
- neervlijen
- neervlijend
- neervlijt
- neerwaarts
- neerwaartse
- neerwerp
- neerwerpen
- neerwerpend
- neerwerpt
- neerwierp
- neerwierpen
- neerzag
- neerzagen
- neerzat
- neerzaten
- neerzeeg
- neerzegen
- neerzet
- neerzette
- neerzetten
- neerzettend
- neerzie
- neerzien
- neerziend
- neerziet
- neerzijg
- neerzijgen
- neerzijgend
- neerzijgt
- neerzinken/vervoeging
- neerzitten
- neerzittend
- neet
- neetje
- neetjes
- nefasjot
- nefesj
- nefrectomie
- nefrectomieën
- nefrectomietje
- nefrectomietjes
- nefritis
- nefroliet
- nefrolieten
- nefrolietje
- nefrolietjes
- nefrologen
- nefrologie
- nefroloog
- nefroloogje
- nefroloogjes
- nefropathie
- nefrotisch
- nefrotische
- nefrotischer
- nefrotischere
- nefrotischers
- nefrotoxisch
- nefrotoxische
- nefrotoxischer