Definities van Nederlandstalige WikiWoordenboek in de Ensie M
- majoortjes
- major
- majoraan
- majoraat
- majoreer
- majoreerde
- majoreerden
- majoreert
- majoreren
- majorerend
- majoretje
- majoretjes
- majorette
- majorettes
- majoriteit
- majoriteiten
- majors
- mak
- makaak
- makaakje
- makaakjes
- makaken
- makaron
- makaronnetje
- makaronnetjes
- makarons
- Makassaars
- Makassaarsch
- makassarolie
- Makatao
- make
- make mee
- make-up
- makeef
- makeefs
- makel
- makelaar
- makelaardij
- makelaardijen
- makelaardijtje
- makelaardijtjes
- makelaars
- makelaartje
- makelaartjes
- makelde
- makelden
- makelen
- makelend
- makelij
- makelt
- maken
- maken aan
- maken af
- maken bekend
- maken buit
- maken dicht
- maken dood
- maken door
- maken droog
- maken gebruik
- maken gelijk
- maken glad
- maken goed
- maken in
- maken kapot
- maken kennis
- maken klaar
- maken leeg
- maken los
- maken mee
- maken na
- maken op
- maken open
- maken over
- maken ruzie
- maken schoon
- maken uit
- maken vast
- maken voort
- maken vrij
- maken waar
- maken wijs
- maken zoek
- maken zwart
- makend
- makende
- maker
- makerij
- makerijen
- makerijtje
- makerijtjes
- makers
- makertje
- makertjes
- making
- makinkjes
- makke
- makkelijk
- makkelijke
- makkelijker