aannemen - Werkwoord
1. overnemen
2. (ov) geloven
♢ Hij nam dat zonder meer aan.
3. (ov) goedkeuren
♢ Het voorstel is gisteren aangenomen door de raad.
4. adopteren
♢ Het kinderloze gezin had 2 kinderen aangenomen.
5. een werk op de gestelde voorwaarden op zich nemen
♢ De aannemer neemt werk aan voor een bepaalde prijs en onder voorwaarde het op een bepaalde tijd af te hebben.
6. opnemen in een vereniging
♢ De ballotagecommissie besliste dat hij werd aangenomen in de vereniging.
7. (protestants) toelaten tot alle rechten van de Kerk
8. in dienst nemen
♢ Het bedrijf had net 40 nieuwe mensen aangenomen.
9. (ov) een veronderstelling maken
♢ Als we aannemen dat de temperatuur constant blijft, kunnen we uitrekenen hoeveel er oplost.
Woordherkomst
samenstelling van aan en nemen
Uitdrukkingen en gezegden
♦ num=1
rouw aannemen|rouw dragen
♦ num=1
goed van aannemen|gemakkelijk lerend
♦ num=1
het is geen aangenomen werk|er is geen haast bij
Gepubliceerd op 31-10-2017
aannemen
betekenis & definitie