Gepubliceerd op 03-10-2017

dempen

betekenis & definitie

dempen - Werkwoord
1. (ov) dichtgooien met grond of ander vast materiaal
    ♢ De werklieden gingen de gracht dempen.
2. (ov) zwakker maken, verzwakken, temperen
    ♢ De buren wilde graag het geluid dempen.
    ♢ Schokken (van een auto) of trillingen (van een brug) dempen gebeurt meestal met schokdempers.

Uitdrukkingen en gezegden
    ♦ Als het kalf verdronken is dempt men de put
        Pas als het kwaad al gebeurd is pakt men de oorzaak aan.

Synoniemen
[1] volstorten
[2] temperen, matigen, verzachten, verzwakken

Antoniemen
[1] uitbaggeren, uitgraven

Verwante begrippen
demper, demping