Gepubliceerd op 10-11-2017

bruisen

betekenis & definitie

bruisen - Werkwoord
1. (inerg) het overvloedig vormen van gasbelletjes in een vloeistof
- De frisdrank bruiste hevig toen hij er een menthos in gooide.
- Wie top wil bruisen, kan dat met Billecart-Salmon Brut Réserve Champagne doen (€ 80,00). Ik zie spannend wit in de vorm van Sylvaner Brüder Dr. Becker uit Rheinhessen ( € 39,00) en een keur aan spannend rood, met name uit Frankrijk, Spanje en Italië.
2. overdrachtelijk vol leven zijn
- Brussel was toen nog een bruisende stad.
- 75 Jaar wederopbouw zou een feest moeten zijn. De hele stad zou ervan moeten bruisen en borrelen. In plaats daarvan kregen we kunst waar niemand op zit te wachten. En dan die omvallende betonnen blokken waarmee de manifestatie werd ingeluid! Welke symboliek is dat in relatie tot het bombardement?

Synoniemen
mousseren

Verwante begrippen
schuimen, tintelen, borrelen