vormen - Werkwoord
1. in de juiste vorm brengen
♢ Ik wil eerst rondkijken en mezelf een mening vormen.
2. deel uitmaken van, fungeren als bouwsteen van
♢ Vanille-ijs en aardbeien vormden het toetje.
♢ Insecten vormen de grootste groep dieren op aarde.
3. maken, veroorzaken
♢ Extremisten vormen een ernstige bedreiging voor onze samenlevening.
♢ Het vormt een te groot risico.
vormen - Zelfstandignaamwoord
1. meervoud van het zelfstandig naamwoord vorm
Woordherkomst
afgeleid van vorm met het achtervoegsel -en ??
Gepubliceerd op 31-10-2017
vormen
betekenis & definitie