afhouden - Werkwoord
1. op een afstand laten.
♢ Je kunt de brandende kaars beter verder van het brandbare gordijn afhouden.
2. zorgen dat iemand iets niet doet
♢ Hij werd van het onzalige plan afgehouden.
3. aftrekken
♢ De schade door het lekkende dat veroorzaakt werd van de huur afgehouden.
Woordherkomst
samenstelling van af en houden
Gepubliceerd op 31-10-2017
afhouden
betekenis & definitie