Doctor (Dr., Lat.: leraar), is de titel van hem of haar, die aan een Hogeschool of in een der 5 faculteiten eener Universiteit is gepromoveerd. (Er zijn 4 hogescholen : de Technische — te Delft ; de Landbouw — te Wageningen; de Veeartsenijkundige — te Utrecht en de Handels — te Rotterdam.)
Het recht tot promotie wordt verkregen na gunstig afgelegd doctoraal examen. De promovendus (d. i. degene, die promoveren wil) moet bij private promotie voor de hoogleraren der betrokken faculteit, bij publieke promotie voor den Senaat der universiteit een proefschrift over een onderwerp naar eigen keuze schrijven, gevolgd door minstens 6 „stellingen", die hij verdedigen moet. („Stellingen" zijn wetenschappelijke beweringen of ook uitkomsten van eigen onderzoek.) Meermalen, vooral bij gewichtige feesten (zie Dies) verheft een universiteit een of ander persoon, die zich op wetenschappelijk gebied verdienstelijk heeft gemaakt, honoris causa, d. i. eershalve tot doctor.
Om tot een hogeschool of een universiteit te worden toegelaten, moet men in 't bezit zijn van 't einddiploma gymnasium of diploma staatsexamen; bezit men einddiploma Ä, dan kan men alleen studeren en promoveerde: in rechtsgeleerdheid, in letteren en wijsbegeerte, of in godgeleerdheid; met diploma B in rechtsgeleerdheid, in wis-en natuurkunde of in geneeskunde. Bezit men einddiploma eener H. B. S. met 5-jarigen cursus, dan kan men studeren en promoveren aan de vier Hogescholen of aan de Universiteit in geneeskunde of in wis- en natuurkunde.
Wie in de rechten gepromoveerd was, heette vroeger Mr. of doctor juris; thans alleen dit laatste; „meester in de rechten" is nu ieder, die voor het doctoraal examen geslaagd is (dus nog niet is gepromoveerd).