Wat is dat? Encyclopedie voor jongeren

P.J.F.H. van de Rivière, R. de Ruyter-van der Feer (1928, 1930 en 1938)

Gepubliceerd op 13-08-2019

Volkenbond

betekenis & definitie

Het denkbeeld, om door een wereldorganisatie der staten den vrede te verzekeren, is reeds eeuwen oud; telkens en telkens hebben geleerden en staatslieden plannen daartoe ontworpen, telkens tevergeefs. Na den Wereldoorlog met zijn vreselijke gevolgen werd de kreet „dat nooit weer” zo luide vernomen, dat bij de Vredesconferentie te Parijs op 25 Januari 1919 als punt één op de agenda vermeld stond het voorstel tot oprichting van den Volkenbond.

Reeds in April van dat jaar kwam de oprichting van den Volkenbond tot stand met het doel: door internationale samenwerking den vrede en de veiligheid te verzekeren, openlijk internationale betrekkingen te onderhouden, die gebaseerd zijn op recht en eer, en door nauwgezette eerbiediging der verplichtingen en verdragen der volken de gerechtigheid te handhaven.Op 10 Januari 1920 trad het Vredesverdrag van Versailles in werking en daarbij ook het Statuut van den Volkenbond. Het verdrag was bekrachtigd, behalve door Duitsland, door de 28 staten, die aan den oorlog deelgenomen hadden. Spoedig sloot ook China zich bij die 28 staten aan, evenals 13 onzijdige staten, die tot deelneming waren uitgenodigd. De Volkenbond begon dus met 42 leden. Een fout in zijn ontstaan is stellig, dat de bond te veel een door de overwinnaars in den wereldoorlog geschapen orgaan was.

De leden van den Volkenbond hebben beloofd de verplichtingen, die ’t volkenbondsverdrag hun oplegt, trouw na te komen.

De voornaamste algemene organen zijn:

l°. De Volkenbondsvergadering, die bestaat uit de vertegenwoordigers van de leden van den bond.

2°. De Volkenbondsraad had oorspronkelijk vijf permanente leden en vier niet-permanente. De permanente leden waren Amerika, Engeland, Frankrijk, Italië en Japan. Inmiddels is in de samenstelling en het aantal herhaaldelijk wijziging gekomen. De niet-permanente leden worden voor een bepaald aantal jaren benoemd. De Volkenbondsraad behandelt de dagelijkse kwesties en spoedeisende zaken.
3°. Het Permanente Secretariaat.

De bovenstaande zijn de organen, gelijk zij in art. 3 van het Statuut genoemd worden. Men kan het Permanente Hof van Internationale Justitie in den Haag een orgaan noemen, dat zijn ontstaan dankt aan art. 14 van het Volkenbondsverdrag.

Indien men verder de betekenis van den Volkenbond wil nagaan, moet men in het oog houden, dat van het algemene doel: het bevorderen van samenwerking tussen de volkeren en het voorkomen van oorlogen, het laatste wel erg groot is. Dat men dit doel na den groten oorlog op den voorgrond heeft gesteld, is begrijpelijk, doch even begrijpelijk is het, dat een zo geweldige hervorming niet in enkele jaren mogelijk is gebleken. Ooi dit goed duidelijk in te zien, heeft men maar te denken aan den tijd, die er nodig is geweest om tussen particulieren van het recht van den sterkste te komen tot ons tegenwoordig recht. Een ontwikkeling van vele eeuwen is daarvoor nodig geweest. Maar is het dan te verwachten, dat, waar die hervorming van de verhouding der individuen zo moeilijk is geweest, deze voor de staten een kwestie van enkele jaren kon zijn?

Neen natuurlijk. En daarom doet men goed aan den Volkenbond geen onmogelijke eisen te stellen. Laat men zoveel mogelijk streven in de richting der arbitrage en der rechtspraak, laten vooral de kleinere staten die beweging, welke voor hen van zo enorm veel belang is, met alle kracht bevorderen en laat men intussen waarderen, wal de Volkenbond doet, om de samenwerking der staten op elk gebied zoveel mogelijk te bevorderen.

En als men dan constateert, dat in gevallen als dat van China-Japan en dat van Abessinië-Italië de Volkenbond het internationale onrecht niet heeft kunnen verhinderen, laat men zich dan herinneren, dat de Volkenbond een groot aandeel gehad heeft in de voorkoming van een oorlog tussen Joego-Slavië en Italië in 1921, tussen Griekenland en Bulgarije in 1923 en tussen Hongarije en Joego-Slavië in 1934.

Daarbij komt, dat wel naar de mening van alle deskundigen de Volkenbond enorm veel goeds heeft gedaan door het bevorderen van de samenwerking der volkeren op allerlei gebied en door het scheppen van de gelegenheid voor de leiders der staten om gemakkelijk overleg te plegen.

Juist echter het feit, dat de Volkenbond naast een idealistisch streven naar samenwerking tussen de volkeren, tegelijkertijd zeer realistisch de resultaten van den Wereldoorlog voor de overwinnaars te consolideren zocht, werd oorzaak van grote bezwaren, door de langzamerhand tot kracht komende overwonnen volken tegen doel en politiek van den Volkenbond ingebracht.

Het inmiddels opgekomen Fascisme en Nationaal-socialisme in Italië en Duitsland, het oplevend nationaal besef in Japan, alle met eisen tegenover andere Bondsleden en weldra daarmee in openlijk conflict, wendden zich meer en meer van den Bond af en verlieten hem tenslotte, zonder dat deze bij machte bleek de onheilen voor de achtergebleven, bedreigde bondsleden af te wenden. Zo verloor de Volkenbond meer en meer zijn prestige en is op het ogenblik feitelijk niet veel meer dan een met man en macht in het leven gehouden „prestigekwestie”. ’t Kan ras verkeren! Ook natuurlijk weer ten gunste van den Bond en ’t is gelukkig, dat er althans nog een vrije tribune is, waar gerechtigheid geleerd en erkend wordt als richtsnoer der volken. Maar de praktijk?!

< >