Johann Heinrioh Pestalozzi (1746—1827) was een beroemd Zwitsers opvoedkundige. Hij voelde zich al heel jong geroepen, om zich te wijden aan de ontwikkeling en de opvoeding van het ongeletterde volk.
Hij studeerde eerst theologie, toen rechten. Onder den invloed van Rousseau wilde hij vervolgens landbouwer worden en zo aantonen, hoe men door nauwe aansluiting bij de natuur de kunstmatige beschaving, die hij niet zeer hoog schatte, zou kunnen zuiveren.
Het mislukte. De zaak liep vast en ook het opvoedingsgesticht voor arme kinderen, dat hij aan zijn boerderij verbond, werd een mislukking.
Intussen had Pestalozzi’s onbaatzuchtig streven tooh de aandacht getrokken en hem de vriendschap van invloedrijke personen doen winnen. Ook begon hij over zijn opvoedkundige en maatschappelijke denkbeelden te schrijven, eerst in een tijdschrift, later in den vorm van een dorpsroman, getiteld „Lienhardt und Gertrud”, die een buitengewonen opgang maakte.
Door een reis naar Duitsland leerde hij verschillende bekendetijdgenoten kennen, o.a. den groten Duitsen wijsgeer Fichte, wiens invloed merkbaar is in het vermaardste van Pestalozzi’s talrijke werken: „Onderzoekingen naar den loop der natuur in de ontwikkeling van het mensdom”, waaraan hij 14 jaren heeft gearbeid. Inmiddels werd hij door Fransen invloed aan het hoofd van een weeshuis gesteld.
Vervolgens opende hij in 1800 met steun van de regering een opvoedingsgesticht, waaraan verbonden een kweekschool voor onderwijzers in het kasteel te Burgdorf. Hier schreef hij een aantal belangrijke paedagogische werken.In 1804 stelde de regering een grotere instelling te Münchenbuchsee te zijner beschikking, doch ook dit ging niet. Eindelijk werd hem de leiding aangeboden van een opvoedingsgesticht voor kinderen van alle standen te Yverdon (niet ver van Genève), waaraan toen een kweekschool zou verbonden worden. Dit instituut werd door geheel Europa bekend. Toch ging ook deze inrichting, na een aantal jaren van bloei, achteruit. In 1818 stichtte hij een armenschool en in 1825 begon hij in een 'weetal werken met de grootst mogelijke openhartigheid, zonder eigen gebreken en tekortkomingen te verbloemen, de geschiedenis van zijn streven te schrijven. Twee jaar later overleed hij te Brugg.