Als je weleens in de buurt van Arnhem hebt gewandeld, dan heb je daar midden in de bossen een monument zien staan, waarop een militair met één oog staat afgebeeld. Dit is de bekende generaal Karel van der Heyden (1826—1900).
Hij werd te Batavia geboren, doch in Nederland opgevoed. Hij nam in 1841 dienst bij het O.I. Leger en had een schitterende militaire loopbaan. In 1848 en 1849 nam hij deel aan de tweede en derde expeditie tegen Bali; later aan de krijgsverrichtingen in het Palembangse. In 1854 werd hij ie luitenant, in 1859 kapitein en tevens controleur van de Zuider- en Oosterafdeling van Borneo, in welke functie hij blijk gaf van buitengewoon beleid. Nadat hij in 1868 tot majoor en in 1872 tot luitenant-kolonel was bevorderd, begon met de 2e Atjeh-expeditie een lange reeks heldenfeiten van v. d. Heyden op Sumatra. In 1877 werd hem tijdelijk het militair en civiel gezag in Atjeh opgedragen. Na het gevecht bij Samalangan in 1877, waarin hij het rechteroog verloor, werd hij commandeur in de Militaire Willemsorde en adjudant des konings in buitengewonen dienst. In 1878 werd hij gouverneur van Atjeh, later zou hij als regeringscommissaris de invoering van een geregeld bestuur in Atjeh helpen voorbereiden. In 1881 legde hij echter zijn waardigheid neer en ging naar ons land terug, waar hij nog een tijdlang commandant van het Koninklijk Militair Invalidenhuis „Bronbeek” was — zie: Bronbeek — en in 1900 overleed.