Wat is dat? Encyclopedie voor jongeren

P.J.F.H. van de Rivière, R. de Ruyter-van der Feer (1928, 1930 en 1938)

Gepubliceerd op 09-08-2019

Citroen

betekenis & definitie

Van een citroen weet iedereen wel iets te vertellen. Iets... maar niet zo bar veel! De huisvrouw vertelt, dat de citroenen soms twee en soms drie voor een dubbeltje kosten; de elegante bakvis, die wel eens moet helpen kopjes wassen, vertelt, dat een doorgesneden citroen altijd bij het fonteintje moet liggen, om er de handen mee na te wrijven, opdat ze ook na huishoudelijke bezigheden blank en zacht blijven.

De muziekliefhebber neuriet voor zich heen: „Ken je het land, waar de citroenen bloeien?” Maar niemand antwoordt hem. En de grappige oom beweert, dat je wel terdege goed moet weten, wat een citroen is, omdat je je anders vast en zeker hiervoor in de plaats knollen laat verkopen.We haasten ons dan ook, een praatje over citroenen te maken, opdat de laatstgenoemde ramp niemand van onze lezeressen of lezers kan overkomen.

De citroenboom behoort tot het geslacht Citrus, dat ook o.a. de families van sinaasappel, bergamot (denk er aan, niet de peer!) en pompelmoes omvat. Oorspronkelijk is hij afkomstig uit Azië en Afrika, maar reeds eeuwen geleden is hij in het Zuiden van Europa, vooral in Italië, Sicilië, Spanje en Portugal ingevoerd. Met dat beroemde veelbezongen citroenenland wordt dan ook niet Azië of Afrika maar Spanje bedoeld.

Er zijn heel wat soorten van citroenbomen, maar meestal is de boom van 10 tot 12 M. hoog en heeft hij een gladden grijsachtigbruinen stam met een dichte bladerkroon. De bladeren zijn spits, de bloemen van buiten rood en van binnen uitlopend in wit. Hoe de vruchten eruit zien, weet je allemaal, maar misschien niet, dat zo’n citroenboom gemiddeld ieder jaar zesduizend vruchten kan voortbrengen.

De citroenboom groeit het best in vetten grond. Bij gunstig klimaat bloeit hij bijna het hele jaar door, zodat er, evenals we van den cacaoboom hebben verteld, dikwijls tegelijkertijd bloemen, groene en gele vruchten aanzitten. Zulk een zwaardragende en bloeiende citroenboom is een heerlijk gezicht. Men plukt de vruchten in September, November en Januari. De citroenen, die voor den uitvoer bestemd zijn, worden half rijp afgeplukt, in vloeipapier gepakt en vervolgens in kisten van 300 a 600 stuks verpakt en verzonden.

Wij krijgen bij ons de meeste citroenen uit Sicilië (Messina), uit de buurt van het Gardameer, uit Genua en de kuststreken van Napels, verder uit Malaga in Spanje, Lombardije, Zuid-Tirol en van de Riviera. De citroenen uit Messina zijn het gladst van schil en worden als de allerfijnste beschouwd. In vroeger tijden, maar dat was lang vóór onze jaartelling, wist men in Europa niet, wat citroenen waren.

De Grieken kenden echter reeds een soort citroen, dien zij Medischen of Perzischen appel noemden. In de eerste eeuwen onzer jaartelling werd deze citroenboom in Italië ingevoerd. Doch dit waren enigszins andere citroenen dan de soorten, die nu in Europa groeien.

De kruisvaarders, die op hun tochten naar Palestina den echten citroenboom leerden kennen, hebben ertoe bijgedragen, dat deze naar Europa werd overgebracht.

In die oude tijden werd de citroen algemeen limoen genoemd en uit dezen ouderwetsen naam is ons woord „limonade” ontstaan.

< >