Wat is dat? Encyclopedie voor jongeren

P.J.F.H. van de Rivière, R. de Ruyter-van der Feer (1928, 1930 en 1938)

Gepubliceerd op 13-08-2019

Sinaasappel

betekenis & definitie

De sinaasappel komt oorspronkelijk uit het bergland ten Zuiden van den Himalaya; vandaar werd de plant naar Zuid-China en Cochinchina overgebracht en uit deze landen namen in het midden van de 16de eeuw de Portugezen de vruchtbomen mede. De plant verspreidde zich nu over het Middellandse Zeegebied, waar zij, vooral in Zuid-Spanje, op grote schaal werd aangeplant en uitstekend gedijt.

Ook in Amerika werd de sinaasappel ingevoerd, zodat ze thans in alle tropische en subtropische gebieden groeit.

In Nederland komen zeer veel Valencia-sinaasappels aan de markt, bijna 90% van het totaal, maar de Italiaanse, de Noord-Afrikaanse en die van Majorca en van de Canarische eilanden zijn beter en die uit Palestina (Jaffa) zijn vroeger.

In Ned. Oost-Indië groeien ook enige soorten van sinaasappelen, djeroek genoemd; sommige zijn klein, groen en zuur met terpentijnachtigen geur en doen meer aan citroenen denken. De soort, die het meest aan onzen sinaasappel herinnert, de djeroek Bali, is een grote, fraaie vrucht, maar met veel taaie vliezen en grof van vezels, welke bijna geen sap bevatten.

In Spanje worden de sinaasappelen gekweekt in de „huertas”, dat zijn moestuinen of boomgaarden. Ook in ons Suriname wordt de sinaasappel gekweekt.

< >