TURKIJE. Ook in Europisch Turkije heeft men beproefd de Vrijmetselarij te verbreiden, zoo als dan ook in 1738 de eerste Loges door de nieuw-Engelsche Gr L teKonstantinopolen, Smyrna en Aleppo, voornamelijk door DRUMMOND werden gesticht. Zie den Almanach des Fr Mac., pour 1768 etpour 1769, waar Dr. MANASSE als Engelsch Prov Gr M voor Armenië en Aziatiesch Turkije wordt opgegeven. Voornamelijk was het een in Konstantinopel wonend Franschman, die, in het huis des Engelschen Ambassadeurs, in 1748, eene Loge oprigtte, in welke ook Turken aangenomen werden.
Toen de regering daarvan narigt bekwam, gaf zij eenvoudig bevel, bij de eerstkomende vergadering het huis te omsingelen en in brand te steken of omver te halen, en verkreeg daardoor de zekerste overtuiging, dat geen Muzelman zich in de Orde zou laten inwijden. Buitendien waren de BBD van dat voornemen onderrigt, en tijdig uiteengegaan. Door tusschenkomst van den Engelschen gezant had de zaak geene gevolgen, maar het Turksche bestuur deed de vreemde gezanten aanzeggen, dat zij niet moesten trachten, eenige nieuwe sekte, en vooral, niet de V.: M.:, in de Ottomanniesche Staten in te voeren. Over den geest der Vrijmetselarij in Turkije is niets stelligs bekend, dan dat eenige afgezanten der Porte (in 1804 en 1808), te Parijs en Londen, tot het verbond zijn toegetreden. Ook is van de verbreiding der Vrijmetselarij onder de Grieken, tot heden niets met zekerheid bekend. Br.
WILLEM BLUMENHAGEN, maakt (Allgem. Zeit. von 1822, No. 196) melding van een Fregat-kapitein uit Tunis, die zich in 1789, te Brunswijk, Hannover en Minde ophoudende, gezegd had:Dat te Konstantinopel, waar hij ingewijd was, vele Mahomedaansche Loges bestonden, met een Rituaal bijna gelijk aan dat der Loges van andere volken; dat de Turksche BB.: den eed op het boek der vier profeten aflegden; dat het hoofddoel der vereeniging was, onder de slaven te ontdekken wie VV. MM. waren, en deze uit de kas der Loges vrij te koopen. De Etoile (een Parijsch dagblad), en daaruit de Allgem. Zeit. van 1826, No. 229, zegt: dat in datjaar, in Julij, Sultan MAHMOED II een besluit tegen de Derwischen Bektaschi had genomen, waarin gezegd wordt: Dat de Bektaschi in de oogen der Sunniten niet regtgeloovig waren, en dat de hoofden der eersten voorwendden met de VV. MM. verbonden te zijn.