Volksnaam voor de Kneu ←, volgens opgave van Albarda 1897 in Utrecht, Groningen en Friesland. Meertens 1971 preciseert nader waar deze naam en zijn varianten voorkomen: "...vooral in Groningen en Drenthe, verspreid in Friesland, op Ameland en Schiermonnikoog, langs de zuidelijke Zuiderzeekust en hier en daar in Holland, Utrecht en Gelderland, met als zuidelijkste uitlopers Charlois en Streefkerk.
Beneden de Moerdijk is deze naam onbekend." In 1987 werd de naam als "oude Katwijkse vogelnaam" opgegeven door J de Mol [Duinstag 2: 11]. Gavere & Bemmelen 1856 gaven de naam Robijn op (voor de provincie Groningen), maar ws. is dit in vertaling. VPG 1983 vermelden voor de provincie Groningen de volksnamen Rebientje en Haaiderebientje ('Heiderobijntje'). In Friesland staat de volksnaam Heiderobyntsje voor de met de Kneu verwante Frater ←, die echter nooit rood is [De Vries 1928].