Volksnaam voor de Boomkruiper ← in delen van Vlaanderen, volgens De Bo 1873/1892 en Gezelle (in Loquela) [WVD 1996 p.73]. Albarda 1897 vermeldt de naam voor Oirschot (NB) en omgeving, idem WBD.
De naam staat ook in vD, maar nog niet in 1904. Vlaanderen is ws. de bakermat van de naam, gezien de vele variaties die daar genoteerd zijn: Klaverratje, Klaasterkatje, Klefferkatje, Klemmerskatje en Boomklefferaartje (zie ook Klampvogeltje), Kledderketke in Beverst en Kletterketsje in Rosmeer [WLD]. Ook werd de naam Klaverkatje genoteerd voor een andere vogelsoort, nl. de Pimpelmees in Kluizen (OVl) en voor de Boomklever in Udenhout en Geldrop [WVD, WBD].De betekenis is: 'katje dat klautert of klimt'. Hetww. klaveren 'klauteren, klimmen' is vooral zuidN, het bestond al in het mnl (zie etymologie). Het element -katje (het zoogdier, voor de etymologie zie sub Katuil) is ws. gekozen omdat dit dier net als de Boomkruiper met gemak tegen een loodrechte boomstam opklimt. {De Boomkruiper wordt vaak ook met een heel ander zoogdiertje vergeleken, namelijk de Muis, dit vanwege de kleur, de wat langgerekte vorm, en het vrij stiekeme gedrag. Misschien dat dit de naam Klaverratje mede verklaart, bovendien rijmt het met -katje.} ETYMOLOGIE klaveren: (zuid)Nklaveren <mnl claveren [MH 1932], mogelijk het frequentativum van mnl clawen, clauwen, claeuwen ‘klimmen' en dan verwant met klauw, vlaams klefferen 'klauteren' is een iterativum met umgelautete [a], zwitsers klebern 'klimmen', verwant is N Klaver (Trifolium), dat 'klever, klimmer' betekent (ws. naar de klimmende en 'klevende' (d.m.v. ranken) groeiwijze van Voederwikke Viciasativa).