Volksnaam in de omstreken van Haarlem, in Heile (Zld) [WVD], in Woudrichem, Oijen en Eindhoven [WBD] en in Weert [WLD] voor de Grauwe Vliegenvanger [Wickevoort Crommelin et al. 1858, Schlegel 1858]. Schlegel 1858 noemt de naam óók voor de Tuinfluiter (p.124), ook "bij Haarlem", en de naam Kersenpikker1 in Groningen voor de Braamsluiper (p.127).
Dit laatste gegeven wordt voor het eerst aangedragen door Gavere & Bemmelen in 1856. In VPG 1983 wordt deze naam echter voor Groningen niet meer vermeld, integendeel, de naam wordt als een "vergissing" opgegeven (p.50). Wél wordt door VPG als nieuw vermelde naam Kaarsottertje2 opgegeven voor de Braamsluiper, waarin kaarsmogelijk staat voor 'kers-'. Volgens Albarda 1897 dan weer (p.30) zou Kersenpikker een groningse volksnaam zijn voor de Grasmus. Dit gegeven is overgenomen door Thijsse 1944 en vD 1970, zonder locatievermelding, en Rynja 1983 en B&TS 1995, met locatie "Groningen". Aangezien Grasmus en Braamsluiper erg op elkaar lijken, is het te verwachten dat naast de Braamsluiper óók de Grasmus ‘Kersenpikkertje'wordt genoemd.
VPG wijst echter de naamgeving als een vergissing af. Ongetwijfeld hebben auteurs elkaar vaak nageschreven zonder zich van de actuele toestand met betrekking tot het gebruik van de namen op de hoogte te stellen.Een goede motivatie voor de naam is er nauwelijks: alle genoemde vogels doen zich zelden of nooit aan kersen tegoed. Als met ‘kers' 'braam(bes)' bedoeld zou zijn [B&TS p.199], dan ligt dit iets anders.
1 In Sint-Gillis-bij-Dendermonde (OVl) geldt de naam Kersenpikker voor de Tuinfluiter, in Beugen (NB) voor de Grasmus [Swanenberg 2000].
2 Het element -otter zit ook in de naam Boonotter voor de Tuinfluiter in Waasland [WVD 1996 p.39].