Gepubliceerd op 16-11-2020

Frioen Frioentje

betekenis & definitie

Volksnaam voor de Kneu ←. in Zuidwest-Vlaanderen, waar het vrijwel de enige benaming voor deze soort is [kaartje in WVD 1996; Meertens 1971 p.118]. Gezelle kende het equivalent Flioen.

WVD 1996 noemt naast de naam van het lemma ook Flioen en Friljoen en de ss.en Duinfrioen, Veldfrioen, Frezefrioen, Frioenroodnoot, Linotfrioen, Nootfrioen, Renotfrioen en Sterrefrioen, waarbij de meeste gelden voor de sterk op de Kneu gelijkende Frater. B&TS noemen Frijoen en Friljoen voor de Kneu. In Alveringem (WVl) is een zegswijze kijken lijk efflioen bekend (='kijken als een Kneu'). Misschien wordt hiermee bedoeld: ‘al maar om zich heen zitten te kijken, waakzaam zijn' (?).Het woord gaat terug op oudf/oudpicardisch frion 'Kneu' (12e-14e eeuw) en is een onomatopee [Weijnen 1996], ofwel is van onbekende etymologie [Meertens]. De eerste verklaring is weinig waarschijnlijk, gelet op het geluid van Kneu of Frater. De tweede stelling biedt ruimte voor speculatie. Misschien gold de naam in Picardië voor de 's winters verschijnende Frater en dacht men dat ze in Friesland broedden (bij wintergasten onder de vogels wordt dikwijls in de benoeming maar een gooi gedaan naar het (noordelijker) land van herkomst). Frion zou dan van *Frison* gevormd kunnen zijn, waarbij een s(z) >j overgang zou kunnen hebben plaatsgevonden (mb.97L,5). Weliswaar vermeldt Robert 1993 dat F Frison 'Fries' pas in 1512 voor het eerst in de literatuur gevonden is, maar de naam moet natuurlijk veel ouder zijn, want was al in het klassiek Latijn bekend. Weijnen schrijft (in litt.) dat zo'n overgang (s>j) in het F niet bekend is.2

1 Misschien betekent Lat Frisio (=Kruisbek; Wilms 990503,3) ook 'Fries', 'de uit Friesland afkomstige vogel'. {It Frisone 'Appelvink' is ws. een vervorming van een ouder Frusone [Dentici 1946], en dit zal met It frutta 'vrucht' te maken hebben. Officieel It nu: Frosone, vgl. ook Beccofrusone 'Pestvogel', waarvoor ook de volksnaam Frison defiocchet (Frison dai fiocchetti), 'Fries van de sneeuwvlok(ken)'.}
2 Herman Wilms kon een voorbeeld verstrekken: Debrie 1964 (Recherches sur les noms d’oiseaux dans les parlers de la région d’Amiens) noemt onder picardisch wazon (=vogel?): zowel picardischoison als oujon.

< >