naam van een der oudste hongaarsche families, waarvan de leden in 1625 in den gravenstand werden verheven. De meest bekende leden van dit geslacht zijn:
Karel, graaf von Z., 1753—1826, bekleedde hooge ambten in Hongarije en was van 1808 —14 meermalen minister.
Ferdinand, graaf von Z., 1783—1862, luitenant-veldmaarschalk en kommandant van Venetië, gaf deze vesting in 1848 aan de opstandelingen over, werd daarom tot degradatie en 10 jaar vestingstraf veroordeeld, maar erlangde in 1851 gratie van den keizer.
Eugenius, graaf von Z., geb. 1803, was in 1848, toen de hongaarsche opstand uitbrak, beheerder van het comiraat Weissenburg, volgde den palatijn aartshertog Stephanus naar Stuhlweissenburg en werd door de opstandelingen gevangen genomen en gefusilleerd.
Frans, graaf von Z., oostenrijksch staatsman, geb. 1811, was geheimraad en kanselier van den keizer van Oostenrijk en lid van den hongaarschen rijksdag. In 1874 werd hij benoemd tot gezant te Konstantinopel en in 1876 tot gevolmachtigde ter conferentie aldaar.
Eugenius, graaf von Z., geb. 1837, kwam in 1861 in het hongaarsche lagerhuis, waar hij eerst tot de fractie Deak, later tot de oppositie behoorde. Hij trachtte op alle mogelijke wijzen de nijverheid te bevorderen, zette tentoonstellingen op touw, richtte industriescholen op en deed vier reizen naar CentraalAzië en den Kaukasus om den oorsprong van het volk der Magyaren op te sporen. De uitslag van deze tochten heeft hij openbaar gemaakt in drie boekdeelen: Reizen in den Kaukasus en Centraal Azië. In 1897 ondernam hij een reis naar Siberië, China en Tibet.
Geza, graaf von Z„ geb. 22 Juli 1849 te Szara, zoon van een rijken hong. magnaat, verloor als jongen van 14 jaar den rechter arm, studeerde rechten en muziek en is een uitstekend pianist, wiens linkerhand zoo is geoefend, dat zij het gemis van den anderen arm compenseert en virtuozen-nrs, voor Z. ingericht, uitvoert. Z. concerteerde met ongekenden bijval ook in Nederland, o. m. te Amsterdam, doch steeds voor weldadige doeleinden. Yan beroep is Z. jurist; hij bekleedde verschillende hooge ambten. Hij schreef een opera Alas (opgevoerd in 1898 te Karlsruhe), liederen, koren en deed zich ook kennen als romanschrijver en dichter.