Gepubliceerd op 28-02-2021

Willem johannes franciscus nuyens

betekenis & definitie

nederl. geschiedschrijver, geb. 1823 te Avenhorn bij Hoorn, overl. 10 Dec. 1894; studeerde in. de medicijnen te Utrecht, waar hij in 1848 promoveerde en was daarna geneesheer te Westwoud. In 1871 richtte hij met Dr.

Schaepman het maandschrift De Wachter op, dat in 1874 Onze Wachter werd en thans ineengesmolten is met De Katholiek. N.’s voornaamste werken zijn: Het Katholicisme in betrekking tot de beschaving van Europa (1856), Geschiedenis van de regeering van Pius IX (1862), Geschiedenis der Nederlandsche beroerten (1865), Algemeene geschiedenis des JVederlandschen volks (1871), Geschiedenis van het beleg en ontzet van Leiden in 1574 (1874), Geschiedenis van het Ned. volk, van 1815 tot op onze dagen (1883—86, 1887—88), De geschiedenis van de politieke en kerkelijke twisten in de Republiek, tijdens het 12-jarig bestand (1886—88).

< >