geb. 7 Aug. 1783 te Arnhem, studeerde te Harderwijk in de rechten, was advokaat te Arnhem, later hoofd-eommies bij de posterijen te Den Haag, waar hij 1 Jan. 1858 overl. Hij schreef: Flora Campbell.
Een geschenk voor Neerland’s dochteren (’s Hage 1848), Een vlugtige blik op het oude en hedendaagsche Lianen (Schoonhoven 1851), Passiebloemen geplukt op vreemden bodem (Gorinch. 1852), Iets over Everardus Reidanus (Nassausche Raet, geb. 1550, overl. 1602, in verband met vele aanzienlijke geslachten in ons vaderland die vóór en na dezen staatsman geleefd hebben, Gorinch. 1852); Allerlei (een woord van opwekking tot verdraagzaamheid in het geloof, Vianen 1853), Piet geslacht Stalpert van der Wiele, 1279— 1853 (Vianen 1854), enz.; verder heeft men van hem eenige engelsche en fransche vertalingen.