Hook, plantengeslacht der familie Gnetaceae. De eenige soort: TH. mirabilis Hook, wonderboom (zie plaat Gymnospermen I, fig. 1), inheemsch in droge streken van tropisch Afrika.
Welwitsch ontdekte in 1860 de plant in de nabijheid van kaap Negro, West-Afrika. De omgekeerd kegelvormige stam kan tot 4 M. in omtrek worden, doch steekt niet hooger dan 1 decim. boven den grond uit. Hij draagt gedurende geheel zijn leven twee tegenover elkander staande bladeren, die 2 M. lang kunnen worden, aanvankelijk lintvormig en oningesneden zijn, doch later door diepe scheuren in talrijke slippen verdeeld worden en aan den voet blijven doorgroeien, terwijl de top afsterft. De bloemen zijn tweehuizig en staan in katjes of aren aan den rand van den stam; de mannelijke hebben een vierbladig bloemdek en 6 meeldraden, de vrouwelijke een blaasvormig bloemdek met een daarin opgesloten zaadknop.
