Gepubliceerd op 19-01-2021

Samuel white baker

betekenis & definitie

Sir, Eng. onderzoekingsreiziger, ontdekker van het Albert-Nyanza (zie aldaar), geb. 8 Juni 1821 te Londen, overl. 1893. Na een 8-jarig verblijf op Ceylon (1847-1855), nam hij deel aan den Krimoorlog; vervolgens organiseerde hij den eersten spoorweg in Turkije.

In 1861 bevoer hij, geheel op eigen kosten, en vergezeld van zijn tweede vrouw, den Nijl, in de hoop Grant en Speke te treffen, die op weg waren naar Zanzibar; hij ontmoette hen te Gondokoro, 15 Febr. 1863; door hen ingelicht omtrent een nog onbekend meer waarvan de inboorlingen spraken verklaarde hij zich bereid op onderzoek uit te gaan en vond 14 Maart 1864 bedoeld meer. In Oct.'1865 landde hij weder in Engeland aan; de koningin verhief hem tot baronet; de geogr. genootschappen van Londen en Parijs boden hem medailles aan, In 1869 kreeg hij van den onderkoning van Egypte, Ismail-Pacha, de opdracht aan de spits van een sterke militaire expeditie de landen aan den Witten Nijl te veroveren en voor den handel open te stellen; hij werd bij voorbaat tot pacha en gouverneur-generaal van de te veroveren landen verheven; in Febr. 1870 ving hij den tocht met 1100 man, uitgaande van Kartoem, aan, bereikte den Witten Nijl opvarende, 15 April 1-871 Gondokoro, dat hij Ismaïlia doopte, drong al strijdende dpor tot Unjoro, en keerde toen over Gondokoro naar Egypte terug (1873), zonder op beslissende resultaten te kunnen wijzen. Later reisde hij nog Cyprus, Syri , Indië, Japan en Amerika en trok zich ten slotte op zijn goederen in Yorkshire terug. Hij schreef: The rifle and the hound in Ceylon (1857), Eight years wanderings in CeyL (1855), The AlbertNyanza, (1866), The MIe trïbutaries of Abyssinia (1867) Ismailia (1874), Cyprus as I saw it in 1879. (1879).

< >