Ricinolzuur, een organisch oxyzuur, C18 H34 03, hetwelk, met glycerine tot neutrale ester verbonden, voorkomt in Ricinusolie; het is een kleurlooze olie, die bij 0° stolt; de kristallen smelten bij 16°. Bij verwarming wordt het ontleed in oenanthol, C7 H14 O, en undecyleenzuur, Cu H23 02.
Het Ricinuszwavelzuur, C18 H33 O,. S04H, ontstaande bij de behandeling van Ricinusolie met zwavelzuur, is het hoofdbestanddeel van de turkschroodolie.