(Jhr.) 1801—62, bekleedde verschillende rangen in het Indische leger, laatstelijk kolonel-directeur en kommandant van de genie, schreef o.a.: De verdediging van Nederlandsch-Indië (1859), Geen doorbraken meer, enz. (1861) en Amsterdam weder eene zeestad, enz. (1862). Zijn broeder, Jhr.
Henri Jean Leopold Théodore de V. werd in 1860 gepensioneerd als kapitein ter zee bij de Neder 1. marine en schreef: Zestien reizen. Herinneringen uit een 40-jarige loopbaan bij de Marine (1870). '