Gepubliceerd op 23-02-2021

Rehuel lobatto

betekenis & definitie

nederlandsch wiskundige, geb. te Amsterdam uit portug.-israël. ouders, kreeg van Swinden tot leermeester, werd op diens aanbeveling in 1816 klerk bij het dept. van binnenlandsche zaken, kwam later bij het ijkwezen, dat hij geheel hervormde; in 1839 werd hij met Lipkens en Uylenbroek naar Parijs gezonden tot rectificatie van onzen standaardmeter en maakte aldaar kennis met Arago en de beroemdste europeesche wiskundigen. Bij de oprichting der delftsche akademie in 1843 werd L. ald. hoogleeraar in de wiskunde, in welke betrekking hij door zijn onderwijs vele uitstekende mannen vormde.

Nadat in 1863 de delftsche akademie was opgeheven, werd hij in 1864 hoogleeraar-honorair aan de polytechnische school te Delft. Zijn onverplichte lessen over de waarschijnlijkheidsberekening en de integratie der differentiaalvergelijkingen werden zelfs door hoogleeraren en docenten bezocht. L. overleed te Delft 9 Febr. 1866. Hij was lid van de kon. akademie van wetenschappen en van vele binnen- en buitenlandsche geleerde genootschappen. Behalve vele belangrijke verhandelingen in het Archief, uitgeg. door het wisk. genootschap ,,Een onvermoeide arbeid komt alles te boven,” in Grunert’s Arch. f. Mathem., in Crelle’s Journal en in andere tijdschriften, schreef L. Wiskundige mengelingen (1823), Leerb. der regtlijnige en spherische driehoeksmeting (1843), Lessen over de hoogere algebra (1845) en Lessen over de diffirentiaal- en integraalrekening (1852).

< >