Gepubliceerd op 20-01-2021

Pieter van bleiswijk

betekenis & definitie

Nederl. staatsman, geb. te Delft, 1724, studeerde te Leiden in de rechten, was eerst pensionaris van zijn geboorteplaats, werd in 1772 raadpensionaris van Holland, en in 1774, op aanbeveling van den erfstadhouder, grootzegelbewaarder, stadhouder en registreer van de leenen van Holland en West-Friesland; later verloor hij het vertrouwen en werd toen weldra met een pensioen ontslagen. Hij bleef tot zijn dood, 29 Oct. 1790, curator der Leische hoogeschool; ook was hij eenigen tijd directeur van de Hollandsche maatschappij van kunsten en wetenschappen te Haarlem.

< >