Gepubliceerd op 14-03-2021

West-friesland

betekenis & definitie

oudtijds naam van het noordelijk deel der tegenwoordige provincie Noord-Holland, aan de Zuiderzee en ten z. begrensd door Kennemerland en Waterland, nagenoeg volgens een lijn van Alkmaar naar Schardam. Het bevatte de steden Medemblik, Enkhuizen en Hoorn en was in 4 deelen verdeeld: Drechterland, de Vier-Noorderkoggen, Geertmer-ambacht en de Schager- en Niedorper-koggen.

Bij het ontstaan der Zuiderzee werd W. voor goed van het eigenlijke Friesland afgescheiden, terwijl vele streken, die er vroeger toebehoorden, door het water verzwolgen werden. Reeds de eerste graven van Holland, wier gebied niet zeer nauwkeurig afgebakend schijnt geweest te zijn, vonden in de bewoners van W. hardnekkige vijanden. Eerst na een reeks van krijgstochten (10e—13e eeuw), werd hun gezag voor goed erkend. Twee holl. graven, Arnoud en Willem II, vielen in die krijgstochten tegen de West-F'riezen. Na de inneming van Den Briel wierpen ongeveer alle steden van W. het juk der Spanjaarden af. Gedurende de republiek beproefden de regenten der steden van W. te vergeefs dit gewest als een afzonderlijk deel in de Unie opgenomen te krijgen. Het werd met Kennemerland en Waterland als Noorderkwartier van Holland aangemerkt, ofschoon de naam behouden bleef en de gezamenlijke afgevaardigden der provincie tot aan het einde der republiek den titel voerden van staten van Holland en W.

< >